Foto: monticello, Shutterstock.com
De Europese Commissie heeft een voorstel aangenomen waardoor producenten meer mogelijkheden krijgen om reststromen te verwerken tot diervoer. Het gaat om dierlijke bijproducten uit het slachtproces die veilig verwerkt kunnen worden in voer voor varkens en pluimvee. Zo komt via het voer en de beesten uiteindelijk een dierlijk eiwitrijk product terug bij consumenten op het bord. Dit is een belangrijke stap in de richting van een meer circulaire dierlijke eiwitketen. Het voorstel ligt nu ter inzage bij het Europese Parlement. Vervolgens gaat het voor finaal akkoord naar de Europese Ministerraad eind september.
De huidige Europese wetgeving beperkt het gebruik van dierlijke bijproducten in veevoer. Dit terwijl varkens en pluimvee op grote schaal de resterende bijproducten uit een slachtproces veilig en duurzaam zouden kunnen ‘omzetten’ in dierlijke eiwitproducten voor menselijke consumptie. En, waarbij deze bijproducten ook nog voedzaam en gezond zijn voor de beesten zelf. Als beoogd resultaat: een gezond en financieel haalbaar voedselsysteem met voldoende hoogwaardig voedsel voor mens en dier. De voorliggende aanpassing draagt bij aan deze ontwikkeling.
De EU heeft nu een wijziging voorgesteld van bijlage IV van de Verordening 999/2001 waardoor PAP’s (Processed Animal Proteins) van varkens en pluimvee weer aan pluimvee en varkens gevoerd mogen worden. Het voorkomen van kannibalisme op DNA niveau (dus zorgen dat kip-bijstromen naar varkens en varkens-bijstromen naar pluimvee gaan) zal voor de verwerkers een flinke inspanning vergen.
Op de website van de European Fat Processors and Renderers Association (EFPRA) is veel informatie te vinden: onder andere twee white papers over de op handen zijnde wetswijziging en een factsheet over PAP’s.
Samen Tegen Voedselverspilling juicht deze Europese ontwikkeling toe, waardoor meer reststromen hoogwaardig verwerkt kunnen worden tot diervoer. Twee van de tien spelregels die de stichting wil veranderen gaan ook over deze wetgeving. Het vormt bovendien een extra impuls voor business initiatieven in het eerste cluster van het Circular Food Center. Bedrijven, kennisinstellingen en overheden werken hierin samen aan een gezonde en circulaire dierlijke eiwitketen, als ook voor de publiek-private samenwerking RENEW. Bij al deze projecten zijn volksgezondheid, voedselveiligheid en diergezondheid randvoorwaardelijk.
Een circulaire dierlijke eiwitketen levert een substantiële bijdrage aan de ambitie om voedselverspilling tegen te gaan. Diervoer gemaakt van bijproducten (en/of voedselresten) heeft bovendien een beduidend lagere CO2-voetafdruk. Het leidt ook tot minder druk op natuurlijke hulpbronnen, behoud van biodiversiteit, minder afhankelijkheid van de wereldwijde grondstoffenmarkt en een veerkrachtig voedselsysteem met genoeg goed voedsel voor iedereen.
Lees ook deze column ‘Van kip naar… kip’ van Hilke Bos-Brouwers van Wageningen Food & Biobased Research en Samen Tegen Voedselverspilling.