Toine Timmermans is het Nederlandse gezicht in de strijd tegen voedselverspilling. De programmamanager Duurzame Voedselketens van Wageningen University & Research wil maar één ding: voedselverspilling in Nederland verminderen. “Een kwart van ons voedsel gaat de prullenbak in en dat moeten we voorkomen. Eigenlijk heel simpel.”
Brood, zuivel, groente, fruit en vlees verdwijnt jaarlijks met miljoenen kilo’s tegelijk in de prullenbak. Het wordt niet opgegeten, of komt niet eens op het bord. Consumenten gooien gemiddeld zo’n 50 kilo eten per jaar weg. Zonde, vindt Toine Timmermans. “Onze hele economie draait op ‘meer met minder’ en dat zie je terug in de schappen van de supermarkt. We willen zo veel mogelijk voor zo goedkoop mogelijk, want meer is beter. En dus bevat elke verpakking meer eten dan we nodig hebben. Er wordt momenteel wereldwijd voor twaalf miljard mensen voedsel geproduceerd, maar dat aantal bereiken we pas in 2050.”
Toine Timmermans dook rond het jaar 2000 met collega’s in de cijfers over voedselverspilling. Ze schrokken van de grote schaal ervan en dat verspilling in iedere keten voorkomt. “Het intrigeerde me dat de oplossingen zo simpel waren maar dat niemand het deed. Toen ik beter ging kijken ontdekte ik dat voedselverspilling eigenlijk een heel complex probleem is. Het is het gevolg van een voedselsysteem dat we met elkaar hebben ingericht en om het op te lossen moet je de hele keten leren begrijpen. Het heeft te maken met technologie, ketensamenwerking, consumentengedrag, beleid, bedrijfsvoering en ga zo maar door.”
Als directeur van de Stichting Samen Tegen Voedselverspilling bedenkt Timmermans samen met 52 kleine en grote bedrijven concrete oplossingen voor problemen waar deze bedrijven tegenaan lopen als het gaat om het onnodig weggooien van voedsel.
“Er is bijvoorbeeld een project om op grote schaal producten voor menselijke consumptie te maken van bierborstel, een restproduct van brouwerijen. Daar hebben we in Nederland ontzettend veel van, jaarlijks 650 duizend ton. Sinds de Middeleeuwen eten varkens en koeien het op, maar het zit bordenvol eiwitten en vezels die mensen ook nodig hebben. Op kleine schaal is al bewezen dat je er brood van kunt bakken, maar het moet aantrekkelijk worden voor grote brouwerijen om hun brouwproces op in te richten. Een van de ondernemers neemt in dit onderzoek het voortouw”, vertelt Timmermans.
“We monitoren daarnaast ook hoeveel voedsel verspild wordt en we testen nieuwe technologieën, zoals een nieuw ontwikkelde sensor die de echte houdbaarheidsdatum van een product meet. Heel handig, want die toont aan dat een product langer goed is dan wat op de verpakking staat. Wetgeving is ook een belangrijk onderdeel van ons werk, want je kunt de mooiste technologie verzinnen maar als het door regelgeving op de plank blijft liggen heb je er alsnog niks aan.”
“De regels zijn onder andere voor onze voedselveiligheid en die moet je niet zomaar opzijzetten. Daar heb je goede onderbouwing voor nodig. Neem die sensor die de echte houdbaarheidsdatum meet. Wettelijk gezien moet op al ons verpakt eten en drinken een houdbaarheidsdatum staan. Die datum is leidend, dus op het moment dat je een sensor introduceert die een andere datum aangeeft, misleid je de consument volgens de huidige Warenwet. We hebben die wettelijke bescherming nodig om kwaliteit van voedsel te waarborgen. Maaltijden van cateraars moeten binnen twee uur na serveren opgegeten zijn, anders wordt het weggegooid. Dat lijkt streng, maar er hoeft maar één persoon te zeggen: ik ben ziek geworden van het eten en er ontstaat een maatschappelijk probleem.”
“Een volgende stap is om de sensor in de praktijk te testen bij supermarkten en consumenten, zodat we zeker weten dat het bruikbaar is. Een proeftuin noemen we dat. Met zo’n experiment verzamelen we argumenten rond de voor- en nadelen van de technologie en waarom het ingezet zou moeten worden. Voor zo’n proeftuin moet de Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit (NVWA) en het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) vrijstelling geven om een bepaalde periode de Warenwet op houdbaarheidsdatum aan te passen voor de pilot.”
“Op Curaçao starten we binnenkort een verkenning of het veilig is varkens organisch restaurantafval te voeren, dat eerst wordt gekookt en gefermenteerd. In dat experiment halen we inspiratie vanuit een Japans model, omdat Japan al jaren op een veilige manier varkens voert met verwerkte organische etensresten.”
“Voedselverspilling is een complex maatschappelijk probleem. Iedereen is in principe voor het voorkomen van voedselverspilling en toch is er geen probleemeigenaar. Er is geen bedrijf dat veel geld verdient door het terugdringen van verspilling bij consumenten, de grootste verspiller in de keten. Dat is anders dan met bijvoorbeeld een lobby om kolencentrales te sluiten. Leveranciers van zonnepanelen en warmtepompen zijn voorstanders, want die maken winst als de overstap wordt gemaakt. Het vreemde is wel dat er genoeg voorbeelden zijn van hoe bedrijven en consumenten zelf geld kunnen uitsparen door minder voedsel in te kopen en te verspillen. Dat duidt op de complexiteit van het probleem. Omdat het een maatschappelijk vraagstuk is met ecologische, sociale en economische impact, investeert LNV substantieel in de activiteiten van Stichting Samen Tegen Voedselverspilling.”
“Bedrijven uit de hele voedselketen zijn betrokken. Het zijn kleine bedrijven, startups, MKB en ook grote bedrijven zoals Lidl, McDonalds en Jumbo. Het leuke is dat daardoor producten van kleine bedrijven in de winkels van grote corporaties liggen. Eieren van Oerei koop je bij Albert Heijn en Jumbo. Toeleveranciers doen ook mee, zoals de verpakkingsindustrie en ook Google. Zij doen mee omdat ze geloven dat Samen Tegen Voedselverspilling dé plek is waar voedselverspilling structureel kan worden opgelost. Ze willen er met data-analyse bij betrokken zijn. Onze eis is dat alle bedrijven gecommitteerd zijn aan het doel van de stichting en dus echt actie ondernemen om voedselverspilling te voorkomen.”
“De rol van WUR is met kennis een brug slaan tussen bedrijven en overheid. Wetenschappers van WUR doen onderzoek en met de resultaten ondersteunen ze beide partijen. En we worden terecht gezien als objectief en onafhankelijk. Door onze ervaring met het bedrijfsleven en met beleidsvraagstukken, spreken we de taal van zowel commerciële bedrijven als overheid en dat maakt ons geschikt voor deze rol. We hebben binnen WUR op veel gebieden cruciale kennis om binnen dit complexe vraagstuk stappen te zetten.”
“Kijk bijvoorbeeld naar het project CARVE, waarbij WUR samenwerkt met supermarkten, franchisers en bedrijven in de kaasindustrie en broodsector. Samen hebben we bijvoorbeeld laten zien wat je kunt doen tegen broodverspilling. Er worden in Nederland zo’n 800.000 broden per dag verspild, bij consument en industrie. Dat brood is nog prima te gebruiken, bijvoorbeeld in ander brood of in koekjes. Het project heeft aangetoond dat het mogelijk is en we gebruiken de stichting Samen Tegen Voedselverspilling om het groter te maken. Op die manier zijn er zeker tien projecten geweest, het afgelopen jaar.”
“Bewust boodschappen doen, zodat je precies datgene koopt wat je nodig hebt, niet te veel en niet te weinig. Op maat koken. En dat gaat niet zo zeer om kleinere porties, maar vooral om de juiste portie. We moeten samen veranderen naar een systeem waarin we alles gebruiken, leren dat less is more.”
“De bedoeling is dat we over elf jaar de voedselverspilling wereldwijd met de helft hebben verminderd. Dat is één van de Duurzame Ontwikkelingsdoelen – Sustainable Development Goals (SDG) en ik denk dat Nederland één van de eerste landen is die het echt gaat lukken. Als we het allemaal blijven willen, heb ik er vertrouwen in. Maar dat kan niet met de 52 bedrijven waarmee we nu werken, iedereen moet meedoen. Ik stop er in elk geval pas mee als het opgelost is, dus voorlopig ben ik nog wel even zoet.”
Bron: Wageningen University & Research